Het kapitalistische systeem vindt zichzelf evident. Het doet alsof het de meest natuurlijke zaak ter wereld is, een maatschappelijk stelsel dat altijd en overal bestaat en zal bestaan. De dominante taal dient om die schijn op te houden én om te verstoppen hoe dit systeem echt in elkaar zit.
Bekende trucs zijn:
de omkering: woorden kunnen de wereld op zijn kop zetten. De Amerikanen in Irak nemen krijgsgevangenen, maar het Irakese leger maakt gijzelaars.
de verbloeming: oorlog heet vredesmissie of politioneel optreden, en slachtoffers zijn toevallige schade (collateral damage). De vijand begaat bewust wreedheden, wij onopzettelijke blunders. De hold-up op de armste economieën van de Derde Wereld of Oost-Europa wordt verpakt als Structurele Aanpassing, een uitvinding van de Wereldbank. Ook al worden de sociale voorzieningen vernield, die landen worden wel ’emerging markets’ (opkomende markten) genoemd.
psychologische labels: voorkomen dat je gebeurtenissen structureel moet verklaren. Racistische moorden worden systematisch toegeschreven aan gekken, zwakzinnigen of depressievelingen. Staatscriminelen zoals Hitler worden voorgesteld als psychopaat, Bush als een religieuze fanaat. Maar als Bush verdwijnt, worden de VS dan de vriend van de rest van de wereld?
het mistgordijn: kapitalisme en imperialisme worden door honderden andere woorden vervangen: internationale gemeenschap, globalisering, vrije markt, markteconomie, neoliberalisme, democratie, modernisme, postmodernisme, vrije wereld, risicomaatschappij, aandeelhoudersdemocratie, ...
LEES VERDER: Free speech // Vuilbak // Naar de kern // Koeterwaals // Olifant in het salon // Mentaal gif // Volkstaal // Tegen de sluiting // Levend bewijs // Taal van bevrijding // Mythevorming // Oogkleppen //
|