Mensen in strijdbewegingen zijn onze beste informanten. Met hen praten biedt - zonder te idealiseren - manifeste voordelen. Ze spreken duidelijke taal in plaats van overal doekjes rond te winden. Ze halen leugens onderuit dankzij hun eigen ervaring. Ze komen vaak spontaan met materiële bewijzen, zoals foto’s. Ze helpen media-activisten ook op verboden terrein te komen. En ze drukken hen met de neus op minder evidente feiten of op contradicties.
Een voorbeeld: mensen worden op hun werk uitgeperst als citroenen maar zijn wel gehecht aan hun fabriek. Probeer dat maar eens te rijmen. Het komt erop aan nauw samen te werken op basis van gelijkheid en onderling vertrouwen. Maar toch moeten we ook kritisch zijn voor de mensen met wie we werken. De feiten die ze vertellen, moeten kloppen.
Toets de gegevens van één bron aan een tweede of een derde bron. Check and double-check. Tot het hele verhaal klopt als een bus. Breng mensen samen om informatie uit te wisselen en te toetsen. Probeer mensen fysiek te ontmoeten. Dat leert je meer dan een uur aan de telefoon. Bescherm je informanten. Spreek af op een discrete plaats. Let aan de telefoon op je woorden.
LEES VERDER: Hoe het begint // De dubbele tong van Philips // Afbakenen // Green Guerillas // Praten met mensen // Volkskenners // Correspondenten // Data-bases // Overheidsdocumenten // Internet als bron // Bronnenkritiek // Alternatieve media // Tonnen papier // Gegevens kruisen // Business-bivak // Met de computer //
|