Dat er dagelijkse propaganda voorbijstroomt, kan niemand nog ontkennen. Aan frappante voorbeelden geen gebrek. Regelmatig steekt daarover een golf van verontwaardiging de kop op. Na elke oorlog breekt een stroom van studies, onthullingen, getuigenissen en mea culpa’s los. Na de Irak-oorlog van voorjaar 2003 was dat niet anders.
Al in 1928 somde de Britse pacifist Arthur Ponsonby de principes van de oorlogspropaganda op in zijn boek Falsehood in Wartime (Vervalsing in oorlogstijd). Verplichte lectuur voor elke geschiedkundige, aldus historica Anne Morelli, die Ponsonby’s werk afstofte en met talrijke voorbeelden actualiseerde in Principes élémentaires de propagande de guerre.
Michel Collon legde de medialeugens van de Golfoorlog van 1991 onder het mes in Attention Médias! Een antimanipulatiehandboek dat in elke opleiding-journalistiek thuishoort. Poker Menteur (Liar’s Poker), ook van Michel Collon, analyseert de mediapropaganda tijdens de oorlog in en tegen Joegoslavië in de jaren ’90. Allebei zijn ze standaardwerken in hun genre. LEES VERDER: Twee maten // Oorlogsgruwel // Campagnes // Ten oorlog //
|