Voor socialistische landen halen de mainstream-media het vergrootglas boven. Dat gaven Chomsky en Herman in 1987 al aan. Elke fout, elk falen of elke misstap van een socialistisch land documenteren ze in het lang en het breed. Dat blijven ze ook decennia later doen. Die aanpak staat in schril contrast met de manier waarop de media berichten over dictaturen die bevriend zijn met het Westen.
Je zou kunnen verwachten dat de politieke evolutie in Rusland en China sinds 1989 de media milder heeft gemaakt. Maar nee! Een goed voorbeeld is de aanpak van twee bloedbaden in 1989. Twee bloedbaden? Er waren toch alleen de gebeurtenissen op Tienanmen, het Plein van de Hemelse Vrede in Peking, in juni 1989?
Na de dood van een Chinese toppoliticus begon op het plein een meeting voor democratie die dagenlang duurde. Volgens een artikel uit 1999 op de BBC-website was het de eerste keer in de Chinese geschiedenis dat een protestdemonstratie live op televisie was gekomen en de beelden de wereld waren rondgegaan. Op 4 juni maakte de overheid komaf met de meeting. Zegt dit artikel: "Troepen en tanks bestormden het plein en beëindigden het vreedzame protest met een slachting ("massacre") waarin duizenden werden gedood." Dat cijfer, duizenden doden, staat in ons collectief geheugen gebeiteld.
Uitgerekend de BBC zou beter moeten weten. Haar eigen correspondent James Miles verklaarde: "Laten we alsjeblieft toegeven dat er niet op grote schaal is gemoord. Wat dat betreft hebben we ons laten bedriegen: door de studenten maar ook door onze eigen intuïtie. (...) Ook onze thuisredacties zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor de misvatting. Hoe keurig wij ook rapporteren over het Peking-bloedbad: duizenden kilometers van ons verwijderd zitten eindredacteuren die Peking vanwege het dramatische effect dikwijls veranderen in Tienanmen." (geciteerd door Frenk Van Der Linden in De Tijd, 6 oktober 1989)
Tienanmen duikt elk jaar in juni opnieuw uitgebreid in de media op. Vergelijk dat eens met wat zich op 27 februari 1989 in Caracas, de hoofdstad van Venezuela, afspeelde. Daar schoot het leger op mensen die betoogden tegen ’El Paquete’, een pakket bezuinigingen van president Carlos Andrés Pérez. Officieel waren er 246 doden, aangenomen wordt dat het er feitelijk rond de 2.000 waren. In de westerse media waren die gebeurtenissen amper een voetnoot waard. Nadien heeft geen mediahaan er nog naar gekraaid. Nochtans is dit bloedbad relevant.
De huidige president van Venezuela, Hugo Chavez, protesteerde toen zoals vele jonge officieren tegen het inzetten van militairen tegen de bevolking. In 1992 pleegden deze militairen een staatsgreep om een einde te maken aan het corrupte regime van Carlos Andrés Pérez. De coup mislukte en Chavez belandde voor twee jaar in de cel. Maar in 1998 werd Chavez verkozen tot president, een politieke aardverschuiving.
LEES VERDER: Hoofdbeginsel // Welk bloedbad? // Hersenloze Koreaanse robots // Inquisitie // Vijandbeeld //
|