Sommige media-activisten vinden dat:
ze enkel mogen registreren wat mensen in acties en protestbewegingen zeggen en denken; ze zelf quasi onzichtbaar moeten blijven in zulke bewegingen; ze niet zelf het woord mogen voeren, en hun opinies voor zichzelf moeten houden.
Anderen zeggen:
dat ze de bevolking ’een geweten moeten schoppen’ (zoals schrijver en journalist Louis-Paul Boon het uitdrukte); dat alternatieve media vooral met (antikapitalistische) analyses moeten uitpakken.
Met die stellingen zijn we het niet zomaar eens. Wij kiezen voor een middenpositie. Het zijn altijd mensen geweest die de geschiedenis maken. Dus moeten we met de makers praten, dat is niet meer dan normaal.
Maar als media-activisten spelen we zelf ook een belangrijke rol. In zijn boek How to Exploit the Media, legt de Britse journalist George Monbiot uit dat media-activisten een "informatieoorlog voeren voor de harten en overtuigingen van andere mensen". (In: How to Exploit the Media)
Als we willen dat ons werk impact heeft, moeten we mensen met onze informatie prikkelen, aan het denken zetten en in beweging brengen. Anders dient ons werk tot niets. Dat betekent dat we verhalen niet alleen optekenen maar ze ook - zoals Nâzim Hikmet het uitdrukte - omzetten in "avantgardistische beelden".
LEES VERDER: Vinger aan de pols // Financiële experten // Politiemoorden // Laat ze spreken // Informatie smokkelen // Het interview // Studs Terkel // Ook zelf spreken? // Stuwende krachten // Schijninspraak // Welke controverse? // Baron wie? //
|