Flak and the Enforcers, zo heet Filter#4 voluit bij Chomsky en Herman. Wie de (kritische) media bestookt, wil hun gedrag veranderen. Hoe meer middelen de aanvaller inzet, hoe effectiever. Het gevolg is dat vooral de machtigen, degenen die het zich financieel en structureel kunnen permitteren, met succes tegen bepaalde media ageren. Ze kunnen klacht indienen bij het gerecht, procederen, of processen voeren met advocaten en consultants.
De aanvallen kunnen lokaal of centraal georganiseerd zijn. Ze kunnen uitgaan van een individu, maar dan zal het effect beperkt zijn. Ze kunnen ook uitgaan van sterke organisaties die al hun invloed doen gelden. Flak kan direct zijn: een telefoontje van het kabinet van de president of de premier naar een redactiechef om zijn journalisten in de pas te doen lopen. Of indirect: wanneer leden of aanhangers van een organisatie worden gemobiliseerd om campagne te voeren tegen een medium.
De indirecte methode leidde tot gespecialiseerde pitbullinstellingen: de American Legal Foundation, het Media Institute, het Center for Media and Public Affairs met zijn Media Monitor en Accuracy in Media (AIM). Ze zijn opgericht met de bedoeling de kritische berichtgeving te ondermijnen. AIM, opgericht in 1969, groeide spectaculair in de jaren ’70 dankzij het sponsorgeld van onder meer acht petroleummultinationals. In alles wat ze doen, valt één lijn te trekken: ze conditioneren de media en de mediamakers, zodat die terugschrikken voor kritiek. Ze kweken bange journalisten, die willen vermijden dat ze bepaalde labels opgeplakt krijgen, zoals ‘links’ of ‘dissident’. Niks is zo onprettig als het gevoel dat er voortdurend een censor over je schouder gluurt.
LEES VERDER: Blaffende honden // Oorlog // Nachtelijke telefoons // Ondermijning // Stuur de politie // Zionisme // Postkaarten // Plooit Indymedia? //
|