S E C T I O N S

-  1: Wat is er mis?
-  2: Gemeengoed
-  3: Methodiek
-  4: Technologie
-  5: Maak de media
-  6: Extra
-  7: Links

A R T I C L E S

-  Propaganda-machine
-  Filter 1: Eigendom
-  Gigantjes
-  Filter 2: Advertenties
-  Filter 3: Sourcing the media
-  Hearts and minds
-  Filter 4: FLAK
-  Filter 5: Anti-communisme
-  Factor 6: Ten oorlog

 
 

Vijf filters

 

gepubliceerd: 27.05.2004 // laatste update: 27.09.2004

 

Chomsky en Herman (en vele andere Amerikanen) zagen hoe de mainstreammedia weergaven wat de top van de maatschappij vertelde en hoe ze altijd opnieuw de belangen van die elite vooropstelden. Robert McChesney formuleerde het zo: ‘Het is duidelijk geworden dat de Amerikaanse massamedia geen autonome tegenspeler zijn maar integendeel actief onderwerpen aansnijden en nieuwsverhalen naar voren schuiven die de noden en zorgen van de elite ten goede komen.’ (uit: Monthly Review, januari 1989)

Chomsky en Herman wilden wetenschappelijk vaststellen hoe de media werken en verklaren waarom ze zo werken. Hun Propaganda-Model (1987) botste met de gangbare analyses over de media. Die zagen blunders maar verklaarden ze door onkunde, gebrek aan professionalisme of - heel populair - door tijdsgebrek. Neen, zeiden Chomsky en Herman, er zijn structurele factoren aan het werk. Wil je die toestand rechttrekken, dan moeten de eigendomsstructuur, de organisatie en het opzet van de media worden omgegooid.

Het Propaganda-Model is een ‘politieke economie van de Amerikaanse massamedia’. Maar het is ook een instrument om niet-Amerikaanse situaties te onderzoeken en te begrijpen. Wezenlijk is, volgens Chomsky en Herman, dat de mainstream-media helemaal ingebed zijn in de vrije markt:

-  het zijn bedrijven die winst nastreven en toebehoren aan zeer rijke mensen;
-  ze worden grotendeels gefinancierd door adverteerders die hun advertenties liefst in een koopvriendelijke omgeving publiceren;
-  de media hangen voor hun informatie af van regimes en grote bedrijven, en die drie partijen gaan vriendschappelijk met elkaar om;
-  (staats)instellingen, grote bedrijven en politieke partijen zijn uitgerust om media met negatieve reacties (Flak) onder druk te zetten;
-  de media denken volgens de dominante ideologie, met anticommunisme als vast ingrediënt.

Die vijf gegevens functioneren volgens Chomsky en Herman als informatiefilters en maken in een voortdurend onderling samenspel uit wat voor de media belangrijk is (en dus gepubliceerd wordt) en wat niet.

Er speelt nog een zesde factor, die geen echte filter is: de media lenen zich regelmatig voor regelrechte propagandacampagnes. Hoe komt het bijvoorbeeld dat het lot van de Koerdische bevolking in Turkije nauwelijks nieuws is? Het lot van de Koerden in het Irak van Saddam Hoessein werd door de media nochtans uitgebreid gedocumenteerd. Het Irak van Saddam was jarenlang vijand nr.1 terwijl Turkije een (NAVO-)bondgenoot is. De berichten over de Koerden in Irak maakten deel uit van de propaganda om een oorlog tegen dat land te rechtvaardigen. Net zoals de vergelijkingen van Saddam met Hitler, de fantastische verhalen over massavernietigingswapens, superkanonnen en superbunkers.

LEES VERDER: Vijf filters // Up to date // Kritiek // Wel op de bal spelen //

links DeWereldMorgen.be | GetBasic
supporters éditions epo uitgeverij | fonds pascal decroos
contact han | raf | bruno
website based on a design by red kitten

Creative Commons License