Als reactie op de inspanningen om meer controle te verwerven over software, stichtte Richard Stallman in 1985 de Free Software Foundation (FSF). De Foundation was gebaseerd op een aantal programma’s die samen een software-toolbox vormden: GNU (GNU’s Not Unix). Dat softwarepakket vormt vandaag nog steeds de ruggengraat van de beweging voor vrije software.
Nog belangrijker was de komst van de General Public License (GPL), beter bekend als copyleft. De GPL werd door de Free Software Foundation uitgewerkt om de software die ze ontwikkelde te beschermen tegen copyright. De licentie geeft iedereen het recht de software te kopiëren, te bewerken en verder te verspreiden, en verbiedt je die rechten aan anderen te ontzeggen. De GPL is bij uitbreiding toepasbaar waar copyright wordt gebruikt: boeken, foto’s, afbeeldingen en muziek kunnen allemaal gepubliceerd worden onder de GPL-licentie.
De opkomst van het internet begin jaren negentig zorgde voor een doorbraak van de beweging en bezorgde haar een eerste grote verwezenlijking: GNU/Linux. Het programma is het grootste Free Software-project. GNU/Linux is een besturingssysteem, dat relevant is voor een heel breed gamma van computertoepassingen. Bovendien daagt GNU/Linux de kern van het Microsoft-imperium uit: MS Windows.
GNU/Linux is gebaseerd op het werk van meer dan 3.000 programmeurs in 90 landen. Vandaag domineren vrije softwarepakketten zelfs hele computertoepassingen. Zo draait 50% van de internetservers op Apache, terwijl de grootste commerciële concurrent, Microsoft, slechts 20% van die markt inneemt. Een bewijs van het succes van GNU/Linux is dat gebruikers die hoge kwaliteitseisen stellen, zoals de farmaceutische industrie en NASA, steeds meer voor dit besturingssysteem kiezen.
"Als we niet in een jungle willen leven, dan moeten we onze gewoonten aanpassen. We moeten de boodschap uitdragen dat een goed burger iemand is die samenwerkt wanneer het nodig is, en niet iemand die succesvol is in het bestelen van anderen. Ik hoop dat de de Free Software-beweging hiertoe kan bijdragen. Ten minste op één plaats zullen we de jungle vervangen door een meer effi ciënt systeem dat vrijwillige samenwerking aanmoedigt." (Richard M. Stallman)
Steeds meer programmeurs vervreemden van hun werk of van het grotere geheel waaraan ze meewerken. Ze moeten van hun baas de zoveelste versie van een tekstverwerker of een tekenprogramma schrijven, terwijl er daarvoor al tientallen goede pakketten bestaan. De meeste programmeurs die meewerken aan Free Software zijn dan ook professionelen die uit liefhebberij programmeren of zich nuttig willen maken.
Stallman en de Free Software Foundation vinden dat mensen beloond moeten worden voor werk en niet op basis van eigendom. Ze vinden dat het eigendomsrecht een rem is op de ontwikkeling van de maatschappij.
Free Software-projecten worden in sommige gevallen bedrijven. Ze verkopen geen software maar diensten. Er bestaan duizenden zulke bedrijfjes: ze lossen jouw probleem op, bijvoorbeeld een website bouwen of een databank programmeren. Bedrijven zoals Red Hat zijn erin geslaagd op basis van de verkoop van GNU/Linux en van diensten beursgenoteerde bedrijven te worden.
Het zwaartepunt van de vrije softwarebeweging ligt in Europa, al waren de oprichters Amerikanen. De laatste jaren is het zwaartepunt aan het verschuiven naar Latijns-Amerika en Azië omdat in landen als China, Mexico, Cuba en Brazilië GNU/Linux op scholen, universiteiten en soms zelfs in overheidsinstellingen als standaardsoftware werd ingevoerd.
LEES VERDER: Digital Millennium Copyright Act // Een beknopte geschiedenis / Alle rechten voorbehouden // Nieuwe media, nieuwe regels // Free software foundation // Free as in free speech, not as in free beer // Wicked Wikipedia // Creative Commons //
|